E. Cuniculi – Dierenkliniek Buitenveldert – Amsterdam

Dierenkliniek Buitenveldert

Kliniek voor Gezelschapsdieren

E. Cuniculi

Encephalitozoon cuniculi (E. cuniculi) is een protozoaire ziekte. Een protozo is een heel klein organisme dat iets groter is dan een bacterie en kleiner dan een meercellig organisme. Om zich te vermeerderen heeft het een gastheer (het konijn) nodig.

Levenscyclus van E. cuniculi

Na een besmetting worden de E. cuniculi-parasieten in het lichaam opgenomen en gaan in regressie. Ze komen in de latente fase (rustfase) en leven in synergie met het konijn: er zijn geen ziekteverschijnselen aanwezig. Wanneer er een stressmoment optreedt in het leven van een geïnfecteerd konijn, dan kunnen de parasieten uit de latente fase komen en overgaan naar het acute infectiestadium. Hierbij gaan de parasieten zich sterk vermeerderen en ontstaat er een ontstekingsreactie van het lichaam hierop. Als de ontsteking al langere tijd aanwezig is en we zien een reactie van het lichaam erop in de vorm van woekerende ontstekingshaarden, dan noemen we het een chronisch infectiestadium.

E. cuniculi verschijnselen

Hieronder staan de hoofdsymptomen van E. cuniculi vermeld. Er kunnen echter ook mengvormen voorkomen:

  1. Hersenproblemen: nystagmus (oogbeving), scheve kop of tollen om de lengteas
  2. Achterhandsproblemen: slappe of verlamde achterpoten
  3. Blaas- of nierproblemen: urine lekken en/of veel drinken en plassen
  4. Oogproblemen: lensverkleuringen, cataract (staar) of uveitis (ontsteking van de iris), verdikkingen in het oog
  5. Vermageren zonder aanwijsbare oorzaak

Waarom geeft E. cuniculi neurologische verschijnselen?

E. cuniculi-sporen (voortplantingscellen) verspreiden zich door het lichaam en hebben een voorkeur voor zenuwweefsel. Het nestelt zich in de hersenen, het evenwichtsorgaan en/of in het ruggenmerg. Op deze manier kan het afwijkingen aan de kop en de achterpoten geven. Ook tast het de nieren en de zenuwcellen in de blaas aan. Door de nierontsteking drinkt en plast het konijn veel. Door de aantasting van de blaaszenuwen kan het konijn niet meer actief plassen en lekt het urine, waardoor een huidontsteking kan ontstaan.

Besmetting met E. cuniculi

Er zijn 3 fases van de parasiet. 1e fase: de parasiet komt via de bek in de gastheer terecht, de infectiefase . De parasiet dringt binnen in gastheercel en injecteert zijn inhoud (sporen) hier in. 2e fase: proliferatie fase = vermeerderingsfase in de gastheercel. 3e fase: sporogenie (vorm van aseksuele voortplanting waarbij er een meervoudige deling plaatsvindt). Er groeien zoveel sporen dat de gastheercel openbarst. De sporen verspreiden zich door het lichaam en komen via de urine naar buiten.
Besmetting kan plaatsvinden van het ene naar het andere konijn via de urine of via de baarmoeder van moeder naar kind. Infecties kunnen latent aanwezig blijven zonder klinische verschijnselen tot een moment waarop de weerstand minder is en er wel verschijnselen optreden.

E. cuniculi hoeft niet permanent klachten te geven. Het is mogelijk dat uw konijn in het verleden af en toe met een poot trok of urineverlies had. Dit kan dan een paar dagen geduurd hebben om vervolgens na een paar weken/maanden weer terug te komen.

Op welke leeftijd komt het voor?

We zien vaker oudere konijnen met deze ziekte dan hele jonge konijntjes. Vaak zijn er, net voordat het probleem zich openbaarde, stressmomenten aan te wijzen.

Hoe toon je de ziekte aan?

E. cuniculi is lastig te diagnosticeren. De aanwezigheid van antistoffen in het bloed is een aanknopingspunt dat het om E. cuniculi kan gaan, echter het is geen bewijs. Veel konijnen die geïnfecteerd zijn met E. cuniculi vertonen geen symptomen. Daarom is bloedonderzoek niet zinvol.
Mocht je een andere ziekte vinden, dan is dit het bewijs dat het geen E. Cuniculi is. Indien een konijn verdacht wordt van een infectie met E. cuniculi dan gaan we van een infectie met deze ziekte uit tot het tegendeel bewezen is.

Hoe behandelen we de ziekte E. cuniculi?

Hoe langer er gewacht wordt met behandelen des te slechter wordt de prognose. Daarom beginnen we direct met medicatie zodra we een verdenking hebben dat uw konijn E. cuniculi heeft.
We behandelen de konijnen met diverse medicijnen, de belangrijkste is Fenbendazol. We doseren gedurende 2 weken een dosering van 2x daags 20 mg/kg LG, daarna 2x daags 10 mg/kg LG gedurende 2 – 3 maanden.
Fenbendazol doodt de parasieten niet maar zorgt dat het lichaam geholpen wordt om de ontstekingsverschijnselen af te remmen die ontstaan door de parasiet. De reactie van het lichaam op de parasiet wordt als het ware afgeremd, zodat de E. cuniculi symptoomloos wordt. Met andere woorden, de parasiet is nog steeds aanwezig, maar het konijn is er niet ziek meer van. Het is van de acute fase terug in de latente fase gekomen.
Dit betekent dat de ziekteverschijnselen weer de kop kunnen opsteken bij periodes van stress, ziekte of andere oorzaken van verminderde weerstand. Indien er een terugval is adviseren we het konijn weer te behandelen. In erg heftige gevallen laten we 4x per jaar het konijn preventief behandelen en bij periodes van stress nog eens een keer extra (nu steeds een behandeling van 2 weken).

Behandel ook de hokgenoten

Omdat E. cuniculi besmettelijk is, adviseren we ook om konijnen in hetzelfde hok gedurende 2 weken met 2x daags 10 mg/kg LG te behandelen. Dit is omdat je niet zeker weet of het besmette konijn op dat moment actief parasieten aan het uitscheiden is.

Voorkomen van problemen

De E. cuniculi besmetting is moeilijk tegen te gaan, ook omdat het konijn al lang geïnfecteerd kan zijn zonder dat hij er last van heeft. Hygiënemaatregelen kun je echter wel treffen. Maak elke week het hele hok schoon en de plas- en poepplekken dagelijks.
De sporen kunnen 2 weken overleven bij kamer temperatuur en zelfs weken tot maanden bij een vochtige en warme omgeving.
(Mocht uw konijn onverhoopt komen te overlijden maak dan het hok goed schoon en ontsmet het. Om besmetting naar andere konijnen te beschermen kun je het hok schoonmaken met 0,1% bleek of met 70 % Ethanol om de sporen te doden.)

Overdenkingen: hoe lang ga je door met behandelen?

In de meest ideale situatie is uw konijn na een paar dagen volledig genezen. Echter dit is zeker niet altijd het geval. Tijdens een behandeling willen we wel een verbetering zien optreden. Als dit niet gebeurt dan is een belangrijke overweging of je door mag/moet gaan met behandelen. Het konijn moet een konijn-waardig bestaan hebben: is het dier aan het lijden en is de situatie uitzichtloos of hopeloos, dan kan er beter voor gekozen worden om het konijn in te laten slapen.