Vlooienallergie – Dierenkliniek Buitenveldert – Amsterdam

Dierenkliniek Buitenveldert

Kliniek voor Gezelschapsdieren

Vlooienallergie

Bij een vlooienbeet injecteert de vlo zijn speeksel in de huid van het dier.
Vlooienspeeksel bevat irriterende stoffen, zodat er altijd een kleine ontsteking met wat jeuk ontstaat als reactie op de vlooienbeet.
Maar bij een dier dat vlooienallergie heeft, werken de eiwitten in het speeksel als allergeen.

Het afweersysteem reageert dan op een enkele vlooienbeet met een heftige, uitgebreide ontstekingsreactie. Zo’n dier heeft dus al aan één enkele vlooienbeet genoeg om ernstige huidproblemen en heftige jeuk te krijgen. Ieder dier kan vlooienallergie krijgen als hij regelmatig met vlooien in contact komt. Is het dier eenmaal allergisch geworden voor vlooien, dan zal iedere beet van een vlo een heftige reactie tot gevolg hebben.
Het is daarom van groot belang om huisdieren van jongs af aan vlovrij te houden.

Vlooienallergie is (in Nederland) vaak seizoensgebonden: de ergste klachten worden in de late zomer en vroege herfst gezien. Maar in ernstige gevallen verdwijnen de problemen niet meer in de winter. Dieren met vlooienallergie hebben veel jeuk.
De huidklachten kunnen variëren van hot spots (= plekken waar het dier vrij plotseling zijn huid stuk bijt/likt) tot grote kale plekken met schilfers of een ‘olifantenhuid’.
In het begin zitten de klachten vooral op het achterste deel van het lichaam, maar bij heftige allergie kunnen de problemen zich ook uitbreiden naar de kop en de poten.

Het verloop van de klachten geeft vaak de belangrijkste aanwijzingen dat het een vlooienallergie betreft: bijvoorbeeld als de klachten vooral in zomer/herfst voorkomen, en als contactdieren ook soortgelijke problemen hebben. Lang niet altijd worden vlooien in de vacht gevonden. Eén enkele vlooienbeet is immers genoeg om ernstige klachten te krijgen! Bij een vermoeden van vlooienallergie kan een (redelijk betrouwbare) huidtest uitgevoerd worden, maar een goed effect van een intensieve vlooienbestrijding is het beste bewijs.

Als de klachten na enkele maanden verdwijnen, is het bijna zeker dat het om vlooienallergie gaat. Een geïntegreerde vlooienbestrijding van alle dieren in huis en van het huis zelf, is de enige manier om vlooienallergie te behandelen. Het kan wel 2-3 maanden duren voordat de resultaten hiervan zichtbaar worden. Daarom is het vaak nodig om in deze beginperiode de jeuk en de ontstekingsreactie te onderdrukken met corticosteroïden. Hotspots kunnen worden behandeld door scheren en reinigen van de plek, en daarna een zalf/crème/spray met corticosteroïden toe te passen op de huid.

Immunotherapie (desensibilisatie) met vlooienallergeen is geen optie: deze behandeling werkt bij vlooienallergie niet. Vlooienbestrijding is van belang voor ieder dier dat vlooien op kan lopen, d.w.z. iedere hond die wel eens uitgelaten wordt waar andere honden komen. Maar ook katten die alleen binnenshuis leven kunnen vlooien oplopen doordat hun eigenaar buiten komt. Behalve dat de vlooien zelf irritatie veroorzaken, kunnen vlooien lintwormen overbrengen en in ernstige gevallen bloedarmoede veroorzaken. Wormbestrijding is daarom altijd noodzakelijk als uw dier vlooien heeft. Reden genoeg om een dier vlovrij te houden.

De manier waarop dat het beste kan hangt af van de situatie, bijvoorbeeld hoeveel dieren er in huis zijn, of de hond vaak gewassen wordt, of de hond veel zwemt, of het dier een vlooienallergie heeft of alleen last heeft van een vlooienbesmetting, etc. Er zijn verschillende soorten vlooienbestrijdingsmiddelen. Een belangrijk onderscheid is of het middel de volwassen vlo aanpakt of juist de voorstadia. Adulticiden zijn stoffen die de volwassen vlo doden. Deze stoffen zijn actief tegen de volwassen vlo, maar dit is slechts een deel van de vlooienpopulatie.

Insecten groei regulatoren (IGR) verstoren de ontwikkeling van de eitjes en de larven, die samen verantwoordelijk zijn voor een groot deel van de vlooienpopulatie. Ze zijn voor zoogdieren heel weinig giftig omdat ze werken op stofwisselingsprocessen die zoogdieren helemaal niet hebben. IGR alleen zijn echter meestal niet voldoende om vlooienbesmetting te voorkómen omdat honden/katten buiten weer nieuwe volwassen vlooien kunnen oplopen. IGR worden daarom meestal gecombineerd met een adulticide middel.

Hieronder vindt u enkele voorbeelden van Adulticiden.

ADULTICIDEN: DODEN DE VOLWASSEN VLO Fipronil (Frontline®)
Werkt alleen tegen volwassen vlooien, gedurende 4 weken. Het knock-down-effect (= de snelheid waarmee de vlo doodgaat) is niet zo groot, waardoor sommige vlooien de hond nog kunnen bijten voordat ze dood gaan.
Wordt niet door de huid in het lichaam opgenomen maar verspreidt zich door de bovenste laag van de huid.

Imidacloprid (Advantix®, Advantage®, Advocate®): Werkt voornamelijk tegen de volwassen vlooien, maar heeft een bijkomende werking tegen de vlooien-larven in de omgeving. Imidacloprid werkt door een direct contact van de parasiet met de huid van het behandelde dier. Op de hond/kat aanwezige vlooien worden gedood binnen 24uur na de toediening. Een éénmalige behandeling beschermt tegen een verdere vlooienbesmetting gedurende 4 weken.

Imidacloprid (Seresto®): Werkt voornamelijk tegen de volwassen vlooien, maar heeft een bijkomende werking tegen de vlooien-larven in de omgeving. Imidacloprid werkt door een direct contact van de parasiet met de huid van het behandelde dier. Op de hond/kat aanwezige vlooien worden gedood binnen 24uur na het omdoen van de halsband. De werking van de halsband duurt 7-8maanden.

Selamectine (Stronghold®): Werkt zowel tegen volwassen vlooien als tegen eitjes en larven, doordat het in de ontlasting van de vlo terecht komt (die door de larve wordt gegeten). Selamectine wordt via de huid opgenomen in het lichaam, en dan weer uitgescheiden via de talgklieren, het werkt dus van binnenuit. Op de hond/kat aanwezige parasieten (vlooien, mijten, luizen en bepaalde wormsoorten) worden binnen 24-48 uur gedood. Een éénmalige behandeling biedt gedurende 4 weken bescherming.

Spinosad (Comfortis®): Werkt alleen tegen volwassen vlooien. Wordt via de bek ingegeven en werkt dus van binnenuit (kan dus niet van de huid worden gewassen). Het doden van de op de hond/kat aanwezige vlooien start binnen enkele minuten, 100% vlooienbestrijding vindt plaats binnen 4 uur. Een eenmalige orale toediening biedt gedurende 4 weken bescherming. Hieronder vindt u enkele voorbeelden van IGR

DODEN DE VOORSTADIA VAN DE VLO

Lufenuron(Beaphar anti-vlooien conceptie®):
Wordt eens per 4 weken via een tablet aan de hond/kat gegeven, en werkt dus van binnenuit. Als de vlo een bloedmaaltijd van de hond/kat neemt, worden de eitjes steriel. Bovendien bevat de ontlasting van deze vlo de stof, waardoor larven, die deze ontlasting eten, doodgaan.

Lufenuron (Program®):
Deze injectie wordt eens per 6 maanden door de dierenarts/paraveterinair toegediend aan de kat, en werkt dus van binnenuit.
Als de vlo een bloedmaaltijd van de kat neemt, worden de eitjes steriel.
Bovendien bevat de ontlasting van deze vlo de stof, waardoor larven, die deze ontlasting eten, doodgaan.

Methopreen(Frontline Combo®) en Pyriproxifen(Exil®):
Worden in de omgeving aangebracht of op de hond.
Eitjes en larven gaan dood bij contact.
Gebruik na 4 weken herhalen.

Houd bij het kiezen van het juiste vlooienbestrijdingsmiddel rekening met het volgende:

  • Heeft uw dier vlooienallergie?
  • Ziet u vlooien bij uw dier?
  • Speciaal voor allergische honden: Heeft uw hond veel huidproblemen (schilfering, jeuk, huidinfecties), of moet u uw hond vaak wassen? Kies dan zoveel mogelijk voor middelen die van binnenuit werken.
  • Dit laatste geldt ook voor honden die vaak zwemmen.

Bij vlooienallergie, een zware vlooienbesmetting, of bij last van vlooien terwijl er veel dieren in huis zijn, kunt u het beste kiezen voor een totaalaanpak, waarbij alle stadia van de vlo tegelijkertijd worden bestreden.

Denk hierbij aan het volgende:

  • Gebruik de middelen regelmatig en met het kortst mogelijke interval (meestal 4 weken)
  • Laat u bij een dierenkliniek informeren over de vlooienmiddelen.
  • Behandel alle dieren in huis.
  • Blijf behandelen, ook als u geen vlooien (meer) ziet en/of in de winter.
  • Behandel ook de omgeving met een omgevingsspray die niet alleen volwassen vlooien, maar ook de larven (en eitjes) doodt.
  • Behandel niet alleen het huis maar ook andere plaatsen waar de hond regelmatig komt zoals bijvoorbeeld de auto.
  • Reinig dagelijks de plaatsen waar de hond ligt of vaak komt en de omgeving daarvan. Voor vragen over vlooienallergie en de beste behandeloptie voor uw huisdier kunt u altijd contact met ons opnemen.