De drachtige hond – Dierenkliniek Buitenveldert – Amsterdam

Dierenkliniek Buitenveldert

Kliniek voor Gezelschapsdieren

De drachtige hond

De drachtige hond

Iedereen vindt puppies leuk.
Er zijn daarom nogal wat mensen die hun teef laten dekken.
Maar er komt ook een hoop bij kijken. Hieronder vindt u informatie over de dracht en de bevalling van uw hond. Vaststellen van de dracht Als uw hond gedekt is,
is het handig om te weten of ze drachtig is of niet.

Tussen de 24e en 32e dag van de dracht kan de dierenarts proberen de vruchtblaasjes te voelen waar de puppies in zitten.
Bij grote, zware en beweeglijke honden kan dit wat lastiger zijn.
Daarna is er een periode waarin de vruchtblaasjes niet te voelen zijn.
Met behulp van een echo is vanaf 28 dagen te bepalen of de teef drachtig is, maar hiermee is niet precies te bepalen hoeveel pups u kunt verwachten.
Vanaf 45 dagen zijn de puppies zelf te voelen.

Ook kan er nu een röntgenfoto van de buik gemaakt worden om te kijken of de teef drachtig is en zo ja van hoeveel pups. Dracht Honden zijn gemiddeld 62 dagen drachtig. Maar ze kunnen vanaf 59 tot 67 dagen na de dekking bevallen.
Hoe groter het nest, hoe korter de dracht is in het algemeen.
Komen de puppies eerder of later, dan is het verstandig hierover contact met ons op te nemen. De eerste zes weken kunt u uw hond blijven voeren zoals u gewend bent.
Wij raden af om extra vitamines en mineralen te geven.

Voor de laatste drie weken adviseren wij om puppybrokken te gaan voeren in plaats van het normale voer. Hier zit in verhouding meer eiwit in,
wat nodig is voor de sterke groei van de puppies in het laatste deel van de dracht.
Het mogen geen puppybrokken voor grote hondenrassen zijn, hier zit te weinig calcium in. De puppybrokken dient u dan een paar dagen te mengen met het oude voer, dit om diarree te voorkomen als gevolg van een plotselinge voerwisseling.

In de laatste week van de dracht kan uw hond minder gaan eten.
U kunt haar dan vaker kleinere porties geven. U zult merken dat de buik van uw hond met name in het laatste deel van de dracht dikker zal worden. Tijdens de laatste weken worden de melkklieren van de teef groter en enkele dagen voor de bevalling komt er soms al melk uit. Kraambed Rust is heel belangrijk voor de bevalling.
Zoekt u daarom een rustig plekje in huis uit waar de teef zich op haar gemak voelt.
Daar kunt u een werpkist voor uw hond neerzetten waarbij u de bodem isoleert met bijvoorbeeld kranten of handdoeken. Handig is een kist met opstaande randen zodat de pups er niet uit kunnen, maar de moeder wel.

Pasgeboren puppies kunnen zichzelf niet goed warm houden.
Het huis mag daarom niet te koud zijn, in ieder geval 22-24 graden.
Daarnaast kunt u een warmtelamp gebruiken. Hieronder kunnen dan de puppies lekker warm liggen, zonder dat de moeder het te warm krijgt.
Recht onder de lamp moet het dan zo’n 28-30 graden zijn.
Een kruik of een warmtematje is ook een mogelijkheid.

Bevalling

Ongeveer 12 tot 24 uur voordat de eerste pup geboren wordt, kunt u veranderingen aan uw teef zien. Haar temperatuur zal één of twee graden dalen.
Ze kan minder eetlust hebben, wat meer poepen en plassen, een nest willen bouwen, soms braken of wat diarree hebben.

Eén of twee dagen van tevoren kunt u heldere, slijmerige uitvloeiing zien.
Indien u lichtgroene of iets bloederige uitvloeiing ziet, heeft uw hond ontsluiting.
Dan moet de eerste pup binnen enkele uren geboren worden.
Honden die aan het bevallen zijn, kunnen erg snel ademen.
Het is dan prettig voor uw hond dat zij vers drinkwater tot haar beschikking heeft.
Uw hond kan voor de geboorte van de eerste pup vrij lang lichte weeën hebben om de geboorteweg op te rekken.

Op het moment dat de geboorteblaas of de pup zichtbaar is, dan wordt de pup normaal gesproken binnen 15-45 minuten geboren.
Nu heeft de hond persweeën en deze mogen dus niet langer aanhouden dan 45 minuten. U ziet hierbij duidelijke buikcontracties. Op de volgende pups mag niet langer dan 30 minuten geperst worden. De tijd tussen de geboorte van twee pups is meestal 45-60 minuten (waar dus maximaal 30 minuten van geperst wordt).
Het kan echter ook voorkomen dat de moederhond een langere pauze neemt waarin ze zelfs in slaap kan vallen. Het is handig om bij te houden wanneer de teef begint te persen, zodat u ook weet wanneer u hulp moet inschakelen.
Puppies kunnen zowel in kop- als in stuitligging geboren worden. Beide liggingen zijn normaal.

Wanneer moet u contact opnemen?

Uiteraard kunt u altijd contact met ons opnemen op het moment dat u het niet vertrouwt. U belt dan naar de praktijk.
Tijdens de openingstijden krijgt u een medewerkster aan de lijn, ’s avonds en in het weekend krijgt u een nummer te horen van de dienstdoende dierenarts.

In de onderstaande gevallen is het noodzakelijk om een dierenarts te bellen:

• 30 minuten heftig persen zonder vordering (45 minuten op de eerste pup)
• 1,5-2 uur zwak persen zonder vordering
• 2-3 uur niet meer persen terwijl er nog pups in de baarmoeder zitten
• Als de teef ziek lijkt (braken en diarree rond de bevalling is “normaal”)
• Stinkende, raar gekleurde uitvloeiing of veel bloed uit de vulva
• Als uw hond 2 dagen over tijd is

Na de bevalling

Bij de eerste pup kunnen vooral onervaren moeders in “paniek” raken.
Daarom is het belangrijk dat uw hond in een rustige omgeving is en dat er iemand bij is die haar kan begeleiden. De moederhond likt de pasgeboren puppies direct na de geboorte. Hierdoor scheuren de vliezen en maakt ze de puppies droog.
Verder wordt ook de ademhaling door het likken gestimuleerd.

Mochten de vliezen niet door de moeder verwijderd worden, dan is het zaak dit zo snel mogelijk te doen. Vooral kortneuzige honden kunnen hier moeite mee hebben.
Een pup waarvan de ademhaling niet op gang komt, kunt u helpen door het slijm uit de bek te zuigen met een slangetje of de pup voorzichtig met een zwiepende beweging met de kop naar beneden leeg te zwaaien.

Ook kunt u de pup gaan droogwrijven om zo de ademhaling te bevorderen.
De pasgeboren puppies zullen direct gaan zoeken naar een tepel en gaan drinken. Hierdoor stimuleren ze de voortgang van de bevalling.
Normaal gesproken scheurt de navelstreng uit zichzelf af. Mocht de navelstreng nog bloeden of niet afscheuren, dan kunt u deze afbinden met stevig garendraad ontsmet met spiritus op minstens één centimeter van de buikwand.
De navelstomp kunt u ontsmetten met betadine. De nageboorten worden vaak al tussen de pups in uitgedreven. De nageboorten eet de teef vaak op.

Zorg ervoor dat niet alle nageboorten door de moederhond opgegeten worden, aangezien ze er diarree van kan krijgen. Bij elke pup hoort een nageboorte.
Indien er eentje achterblijft, kan dit problemen geven. Het is dus belangrijk om de nageboorten te tellen. De teef blijft na de bevalling nog enige tijd vloeien.
De eerste dag zal dit vooral bloederig en wat groenig zijn. De dagen daarna wordt de kleur meer roodbruin. Uiteindelijk zal de uitvloeiing lichter worden totdat het helder slijm is geworden. Uw hond kan tot drie weken na de bevalling vloeien.
Ze mag geen stinkende, chocoladekleurige uitvloeiing hebben, dit kan wijzen op een baarmoeder-ontsteking.

De moederhond zal meer energie nodig hebben om de melk te produceren. Afhankelijk van de hoeveelheid pups kan dit twee tot drie keer zoveel zijn als normaal.
Geef regelmatig kleinere beetjes eten. U kunt het eten geven wat u gewend bent of de puppybrokken blijven geven. De puppies De puppies kunt u merken met nagellak en vervolgens dagelijks wegen.

Puppies mogen NIET afvallen na de bevalling. Als dit wel gebeurt, dan is er iets mis:
de pup/moederhond is ziek en/of de moeder geeft te weinig melk.
Neem in dit geval altijd contact met ons op. Op ongeveer de tiende dag gaan de oogjes en de oortjes open. Als het goed is, is het geboortegewicht van de puppies dan verdubbeld. Behalve het wegen, hoeft u de eerste drie weken weinig te doen.

De pups zijn, als het goed is, rustig. Ze slapen, ze eten en ze groeien.
Als er onrust in het nest is, dan is er iets niet in orde. Ze kunnen honger hebben, het te koud of te warm hebben of ze zijn ziek. Zieke pups groeien slecht of niet, zijn traag en kunnen koud zijn. Voor pups die onvoldoende groeien, is er speciale kunstmelk voor honden. Dit kunt u bij ons halen. Na drie weken kunt u eventueel wat geweekte puppybrokjes of pap (met water aangemaakt!) gaan bijvoeren. Na vijf tot zes weken neemt de melkproductie bij de moeder af en hebben de puppies meer vast voedsel nodig. Verhoog de hoeveelheden geleidelijk.

Na zes weken zullen de pups nauwelijks nog bij hun moeder drinken. In puppybrokken zit verhoudingsgewijs meer eiwitten die de puppies nodig hebben voor de groei. Geef de hoeveelheid verdeeld over vijf porties. U hoeft geen extra vitaminen en mineralen te geven, die zitten allemaal al in de puppybrokken. Uiteraard moeten de pups altijd de beschikking over vers drinkwater hebben.

Ontwormen en inenten Puppies worden in de baarmoeder al besmet met spoelwormen en vervolgens met het drinken van de moedermelk.
Uw hond heeft deze spoelwormen ergens in het lichaam opgeslagen in een rustfase. Tijdens de dracht komen deze wormen uit de rustfase, waardoor ze de pups besmetten. Dit gebeurt ook wanneer u uw hond van te voren eventueel ontwormd heeft omdat het ontwormingsmiddel de in rust zijnde wormen niet kan bereiken. Aangezien de wormen beschadigingen aan de longen en de buikorganen kunnen geven, is het advies de pups regelmatig te ontwormen. Dit dient u dan op 2, 4, 6 en 8 weken leeftijd te doen, hierna elke maand totdat ze een half jaar oud zijn.

Het advies is de teef ook steeds te ontwormen.
Aangezien niet elk ontwormingsmiddel geschikt is voor de zogende teef, raden wij u aan hierover eerst contact met ons op te nemen. De puppies moeten op 6, 9 en 12 weken hun vaccinaties krijgen, daarna pas als ze ongeveer één jaar oud zijn.
De teef mag niet gevaccineerd worden als ze drachtig is.
U kunt eventueel uw hond voordat ze drachtig wordt vaccineren, zodat ze veel antilichamen in de moedermelk heeft voor de puppies.

Wij adviseren u de pups niet voor acht weken bij de moeder weg te halen. U kunt ze aan de verandering van huis en eigenaar geleidelijk laten wennen door vanaf zes weken ze af en toe bij de moeder weg te halen. Ook kunt u de overstap naar de nieuwe eigenaar makkelijker maken door een stuk stof mee te geven wat in de mand heeft gelegen.
Verder is het advies wat puppybrokken mee te geven, zodat de pup de eerste dagen hetzelfde te eten krijgt als bij in het nest. Zo zal de pup de minste stress hebben bij zijn nieuwe eigenaar. Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u altijd contact met ons opnemen.